Spoken Word

Spoken Wordvoordracht
Evert-Jan Veldman en Lienne Boomsma

Lienne:
In zijn voetstappen 
Heb ik met open ogen door onze stad gelopen 
Gekeken naar de blikken van Stadjers onderling, 
Wie is er waardig
Wie blijft ongezien 
Wel bekeken maar niet gekend 
onbekend dus onbemind 
Ik keek in de kijk in ’t jat, de folkinge en op de museumbrug
Liep over de markten en de gele stenen van de Herestraat
Die dag 
Heb ik op de stoeprand gezeten 
Met een onbekende brood en kaas gegeten, 
Blikken uitgewisseld, woorden gedeeld 
Van hem kreeg ik een verhaal 
Ik luisterde tot de schemer viel 
Zijn leven nam ik mee
Het zwom in mijn hoofd in donkere beelden
Zijn ogen nam ik mee
Als een blijk van vertrouwen en nieuwe hoop
Ik dank hem voor het delen (2x) 

Evert-Jan:
Ze zag me. Ze keek me tevoorschijn.
Een deur van binnen wilde niet meer dicht.
Er ligt alleen maar rotzooi opgeslagen.
Dacht ik.
Maar het bleek pijn te zijn.
Verstopt in eindeloos veel woorden.
Ze luisterde mijn verhaal tevoorschijn.
Naakt zat ik naast haar op de stoeprand.
Maar ik bevroor niet langer.
Ze sloeg iets om me heen.
God mag weten wat.
Een blik. Een deel van wie ze was.
Ik had het niet meer koud.
Brood en kaas nam ik van haar aan.
Het stilde meer dan honger
Ik sprak tot haar met volle mond
Tot ik was uitgehuild
En opstond.
Zo was ik nog nooit opgestaan.
Ik sloeg iets om haar heen
Ik denk dat het een arm was
En ging.
Ik keek het avondlicht in het gezicht
en liet de deur van binnen open staan.

Lienne:
Hij heeft een deur in mij geopend
Laat de deur maar open staan
Zijn troebel blauwe ogen 
zeiden meer dan de woorden 
die van zijn lippen rolden
Door weerstand en wind
Zo vaak gevallen
Zo vaak weer op gestaan
Zijn troebel blauwe ogen zeiden meer
Dan woorden kunnen zeggen
Eerst wees hij naar de wereld
Zocht hij een zondebok
Verzamelde wrok in zijn longen
En ademde angst
Zijn troebele ogen zeiden meer
Zijn woorden spraken van hogere machten, geluk en het lot
Zijn ogen van vertrouwen 
Tussen alle regels door, glipte dankbaarheid
Hij heeft een deur in mij geopend
Laat de deur maar open staan
Hij herkent mij nu niet meer
Misschien is hij die dag, of mij, vergeten
Maar ik dank hem voor het delen (2x)

Evert-Jan:
Niet alles gaat voorbij
Ik wel. Ik doe niet anders.
Ik loop. Ik zoek. Ik vlucht.
Ik ga voorbij zoals de dag.
Maar toen met haar gaat met me mee
brood met kaas gedeeld door twee
blikken die gewisseld werden
en dat luisteren
o God, dat luisteren
van zo dichtbij
Er is iets tussen mensen dat het houdt
Langer dan ze leven 
Niet alles gaat voorbij

Samen:
Hij/Zij heeft een deur in mij geopend
zag een deel van wie ik was
Ik bedank hem/haar voor het delen
Ook al ben je mij vergeten
Laat de deur maar open staan